Wat is eigenlijk een Basisinkomen?
Laten we beginnen met een definitie:
Basisinkomen is een vast bedrag per maand, uitgekeerd aan iedereen, zonder enige vorm van beperking of gestelde eisen.
Deze definitie varieert een beetje van bron tot bron, maar meestal is dit het ongeveer. Als we kijken naar de praktijk van het basisinkomen, dan zijn er wel grote verschillen. Zo worden er eisen gesteld aan de onttvangers, is de uitkering afhankelijk van ander inkomen, is het tijdelijk, en zo meer. Verderop zullen we zien wat de consequenties daarvan zijn. In deze artikelenreeks gan we uit van de "zuivere definitie".
Veel mensen weten eigenlijk niet zoveel over het Basisinkomen. Omdat er zoveel onduidelijk is, zullen we systematisch een aantal vragen beantwoorden.
De vragen
De eerste vraag die je kan stellen over het basisinkomen is: waarom zou je het willen? Wat wil je bereiken met een vaste som die aan iedereen wordt uitgekeerd. In deze eerste aflevering zullen we daarover uitweiden.
De tweede vraag is: wat levert het op?
De uitkomsten kunnen velerlei vorm aannemen. Mensen kunnen rijker worden, beter opgeleid, betere toekomstperspectieven, gezonder, betere levensverwachting, en zo meer. Dat is het onderwerp van het tweede hoofdstuk. We gaan dan ook in op de maatschappijvisie die achter het Basisinkomen steekt.
De derde vraag is: wat kost het? Het is gemakkelijk om het bedrag van het basisinkomen te vermenigvuldigen met het aantal mensen dat betrokken is. Maar de som is complexer. Er zijn ook besparingen, door het basisinkomen kunnen diverse ondersteunende subsidies komen te vervallen. Ook kan je de belasting veranderen, omdat mensen die voldoende geld hebben ook een basisinkomen krijgen. Die hebben dus de mogelijkheid om meer belasting te betalen. Ook kan je het systeem van belastingen en toelagen veranderen. Denk aan BTW, onroerend goed belasting, leges, etc. Tenslotte kan je extra belastinginkomsten krijgen door een herverdeling van welvaart: extra belasting op (zeer) hoge inkomens, (meer) belasting op (vaak arbeidsloos verkregen) vermogens, dividenden, etc. In de derde aflevering gaan we hier nader op in, hoewel de waarschuwing vooraf is, dat er over deze vraag betrekkelijk weinig gegevens zijn.
De hamvraag: wat zijn de ervaringen tot nu toe?
Zeer zorgelijk is, dat er in het alleen maar sprake is van pilots, eenmalige experimenten. Waarom zijn er zo weinig doorlopende ervaringen? In grote lijnen zijn er twee soorten experimenten: met behulp van fondsen van NGO’s e.d. zijn er pilots geweest in diverse ontwikkelingslanden. Die zijn (meestal) geëvalueerd en daarna was het geld op. Daarnaast zijn er diverse pilots geweest in ontwikkelde landen, die òf beperkt van opzet waren, òf acuut gestopt zijn bij een regeringswisseling. Die laatste zijn vaak niet geëvalueerd, omdat de nieuwe (rechtse) regering bij voorbaat wist dat het experiment onzin was.
De vierde aflevering vertelt hier meer over.
Tenslotte gaan we in de vijfde aflevering in op een maatschappijkritische uitwerking van inkomensherverdeling en de koppelijk van arbeid en inkomen. we zien dan ook, dat het Basisinkomen een rol kan spelen bij het bestrijden van de milieucrisis.
Waarom een basisinkomen?
Rutger Bregman heeft de econoom Joseph Hanlon geciteerd: “mensen zijn niet arm omdat ze dom zijn, ze zijn arm omdat ze geen geld hebben.” Dat klinkt heel vanzelfsprekend, maar veel mensen denken daar anders over. Ze denken dat arme mensen onder andere arm zijn omdat ze verkeerde beslissingen nemen. Ze doen hun was bv in een wasserette, terwijl zelf wassen met een eigen wasmachine veel goedkoper is. Mensen vergeten daarbij, dat arme mensen geen geld hebben om een wasmachine te kopen. Mensen met een goed inkomen kunnen zich niet voorstellen hoe weinig geld arme mensen hebben.
Arm zijn heeft veel consequenties. Mensen die geen geld hebben leven ongezonder, hun kinderen krijgen een slechtere opleiding en ze kunnen minder deel nemen aan het sociale leven. Als gevolg van dit alles is het erg moeilijk om uit de armoede te komen, ook al omdat de overheid daarvoor weinig kansen biedt (kijk bijvoorbeeld naar de schuldproblematiek. in de hand gewerkt door o.a. belastingen en justitie). Wel wordt er geprobeerd met toeslagen e.d. iets aan de armoede te doen. Maar dat is complex, bijvoorbeeld de toeslagenaffaire laat zien dat je je leven als arme niet zeker bent als je afhankelijk bent van allerlei regelingenm.
Denken over een basisinkomen probeert deze redenering om te draaien. Zou het zo zijn, dat als mensen meer geld hebben (bv een basisinkomen) ze dan gezonder gaan leven, hun kinderen een betere opleiding geven, meer gaan deelnemen aan het sociale leven en daardoor aan de armoede kunnen ontsnappen? (Evaluaties van pilots met basisinkomen tonen aan, dat deze gedachtengang solide is).
Basisinkomen gaat dus over veel meer dan over het verschaffen van geld aan arme mensen. Maar waarom moeten we aan iedereen geld geven, terwijl alleen de arme mensen het nodig hebben?
Er zijn twee belangrijke redenen: emancipatie en eenvoud. Als je alleen arme mensen een “toelage” geeft, dan geeft dat altijd een stigma aan de arme: jij trekt steun, terwijl ik er voor moet werken. Bovendien sta je voor de opgave om na te gaan wie er “arm” is. Is dat iemand zonder baan, iemand beneden een bepaald inkomen, iemand beneden een bepaald vermogen? Maakt het uit of iemand “vrijwillig” zonder inkomen zit? Al die problemen heb je niet als iedereen een basisinkomen heeft.
Een basisinkomen maakt de welvaartsstaat veel eenvoudiger. Nu heeft iemand die arm is allerlei toeslagen: huurtoeslag, kindertoeslag, bijdrage kinderopvang, korting bibliotheek en filmhuis, studententoelagen, belastingvermindering, rechtsbijstand, etc.
Als iedereen een basisinkomen heeft, zijn er geen “armen” meer en zijn veel van deze toeslagen overbodig, hetgeen de administratie aanzienlijk vereenvoudigt.
Uiteraard moet het geld voor een basisinkomen ergens vandaan komen (in deel 3 gaan we hier nader op in). Kort gezegd, als iedereen gratis geld krijgt, kunnen belastingen verhoogd worden (voor de rijkere mensen). Ook kunnen salarissen verminderd worden, omdat er minder nodig is voor een bestaan (en dus kunnen bedrijven zwaarder belast worden). Het invoeren van een basisinkomen zal dus vooral neerkomen op een andere verdeling van lasten en lusten. De totale hoeveelheid geld verandert er immers niet door, maar de manier waarop het geld gebruikt wel (veel minder inspecteurs van belasting, minder deurwaarders, minder rekenaars bij belastingen en sociale wetten, etc).
Daar komt nog wat bij. We gaan nog steeds uit van een (ongeveer) 40-urige werkweek, terwijl sinds de invoering daarvan de arbeidsproductiviteit dramatisch vergroot is. We hoeven dus helemaal niet meer zo hard te werken (je zou kunnen zeggen, de robots doen de rest). En niet alleen linkse fanatici als Stef Blom bedenken dat. De econoom Keynes heeft gezegd dat we waarschijnlijk toe zouden kunnen met 15 uur per week. De filosoof Bertrand Russell (toegegeven, een linkse filosoof) heeft al bijna een eeuw geleden een essay gebaseerd op een aanname van 4 uur per dag (ik kom hier in een nawoord op terug).
Hoewel er zeker knelpunten zijn bij het uitkeren van een basisinkomen, lijken dit voldoende argumenten om het idee niet als onzinnig af te doen.
Vragen en reacties naar sblom@wxs.nl
Foto door Karolina Grabowska via Pexels