Als we ervanuit mogen gaan dat de peilingen van EenVandaag een redelijke weergave zijn van de stemming van de kiezer, dan zien we dat in de laatste dagen voor de verkiezingen nog grote verschuivingen zijn opgetreden die overigens de al aanwezige trends aanzienlijk versterkten. Die trend was al niet goed voor de traditionele linkse partijen. Een van de voor GroenLinks negatieve ontwikkelingen was dat er in het laatste weekeinde van de verkiezingscampagne een serieuze strijd ontstond tussen PVV, CDA en D66 om de tweede plek (achter de gedoodverfde winnaar VVD). Daar profiteerde vooral D66 van omdat veel mensen graag ‘strategisch stemmen’ en graag op een potentiële winnaar stemmen.

Naast GroenLinks heeft de SP 5 van de 14 zetels verloren en is de PvdA gelijk gebleven op de historisch lage 9 zetels. Daar staat tegenover dat D66 van Sigrid Kaag, Partij voor de Dieren, Volt en Bij1 winnaars zijn. Dit zijn partijen die deze verkiezingen veel potentiële GroenLinks kiezers meer hebben aangesproken. Je zou kunnen zeggen dat GroenLinks een beetje gemangeld is. Zie als ander uiterste de verkiezingen op zondag 14 maart in Bundesland Baden-Württemberg waar Die Grünen winnen en met 32,6 % van de kiezers veruit de grootste partij zijn. Daar zit alles mee. Het potentiële aantal groene kiezers is ook in Nederland groot, maar de electorale concurrentie op ‘groen’ en ‘links’ is in Nederland ook veel groter.

Een tendens van de laatste decades is dat veel kiezers over het algemeen niet honkvast zijn. Ook GroenLinks is een ‘jojo-partij’. Daarbij wil GroenLinks vooral jonge kiezers aanspreken. Deels als gevolg van het ‘wisselend stemmen’ zijn de verkiezingscampagnes belangrijker geworden dan de langjarige politieke standpuntbepalingen. GroenLinks heeft niet de sprankelende campagne van 2017 met zijn enthousiasmerende Meet Ups kunnen voeren. Jesse Klaver was toen nieuw, wat veel mensen aansprak die iets nieuws wilden. Ook het Klimaatalarm op 14 maart, de zondag voor de verkiezingen, dat dit keer verspreid over meer dan 40 steden plaatsvond, maakte voor GroenLinks-kiezers niet die onderscheidende indruk.

Veel kiezers bepalen pas in de laatste campagnedagen hun stem. Het is de tijd van de lijsttrekkersdebatten. Sigrid Kaag wist zich goed te profileren met een duidelijk met GroenLinks vergelijkbaar ‘programma’. Ze kwam goed, vernieuwend over. De (nieuwe) ‘vergroening’ en ‘socialere agenda’ van D66 werden niet sterk vergeleken met het op deze terreinen minder overtuigend optreden van D66 gedurende de afgelopen regeringsdeelname.

GroenLinks en in het bijzonder Jesse Klaver hadden niet die sprankelende uitstraling en ook niet het iedereen overtuigende verhaal dat je voor een GroenLinks programma ook het beste bij GroenLinks moet zijn. Dat kwam ook naar voren in een rechtstreeks debat met Sigrid Kaag. Het minder sterke klimaatprogramma van D66 kreeg de voorkeur omdat de schijn werd gewekt dat het door GroenLinks voorgestane klimaatbeleid moeilijker realiseerbaar is en veel bedrijven naar het buitenland zou verjagen. Dat het GroenLinks-programma volgens de rekenmeesters uiteindelijk meer banen oplevert, werd door felle maar onterechte ontkenningen van CDA en VVD niet meer voldoende geloofwaardig gemaakt.

Een terecht kritiekpunt van Jesse was dat D66 niet duidelijk was in hun standpunt bij de verbreding van de A27 bij Amelisweerd - Utrecht, waar nogal wat oude bomen voor moeten worden gekapt (de geschiedenis herhaalt zich). Maar GroenLinks heeft zich naar mijn mening ook onvoldoende gedistantieerd van het gebruik van houtpellets in biomassacentrales waarbij het hout afkomstig is van de kap van volwassen bossen in de Verenigde Staten en Scandinavië. Zo’n vergelijking verzwakt natuurlijk je positie.

Dat gold ook voor de verkiezingsfilmpjes. Ik denk dat het verkiezingsfilmpje van D66 veel meer kiezers aansprak dan het wat flets overkomende GroenLinks-filmpje. Daarbij was de frequentie van het D66-filmpje ook indrukwekkend groot, wat mede mogelijk is gemaakt door een extra donatie van één miljoen euro van een bevriende zakenman (die ook de Partij voor de Dieren zo’n 3 ton heeft geschonken). Hoewel ik er geen gegevens van heb, lijkt ook de campagne van GroenLinks via de sociale media niet zo succesvol te zijn geweest als vier jaar geleden.

Sigrid Kaag heeft veel linkse kiezers aangesproken maar zij heeft hierdoor ook verwachtingen gecreëerd. Of ze die kan waarmaken in een kabinet met dezelfde samenstelling als de afgelopen jaren? De coalitieonderhandelingen zullen het uitwijzen. Het zal zeker een steun in haar rug zijn als de PvdA en GroenLinks (die ze met de verkiezingen programmatisch en electoraal heeft beconcurreerd en ‘klein’ gekregen/gehouden) wel evenwicht brengen in een nieuwe coalitie. Zonder GroenLinks zal het klimaatbeleid van de nieuwe coalitie de belangrijkste en noodzakelijke doelen niet halen omdat D66 alleen niet voldoende is opgewassen tegen VVD en CDA. Of PvdA en GroenLinks bij de coalitieonderhandelingen innig samen gaan optrekken, is nu nog de vraag en ook de wens. Maar de VVD (en het CDA) zullen deze verschuiving van de politieke balans zeker niet bevorderen.

GroenLinks is met compromissen-sluitende regeringsdeelname of gedoogsteun (ook vanuit de Eerste Kamer) extra kwetsbaar. GroenLinks is kwetsbaar voor kritiek op compromissen vanuit andere partijen en een kritische achterban. Daar tegenover staat dat GroenLinks met een minder meegaande houding ook geen doelstellingen realiseert, zoals bijvoorbeeld bij de Stikstofwet, waar een tegenstemmend GroenLinks in de Eerste Kamer ‘rechts’ werd gepasseerd door de SP. Meer over het algemeen: er is een ruime rechtse meerderheid in de Tweede Kamer. Voor regeringsdeelname zijn die partijen te extreem, maar incidenteel zal bij VVD en CDA de behoefte er zijn om ‘over rechts’ hun politieke streven binnen te halen. Binnen het huidige krachtenveld is een optimaal effectieve GroenLinkse politiek gewoon niet gemakkelijk.